97 Hoe lief heb ik Uw wet!
Hij is heel de dag mijn overdenking.
98 Uw geboden maken mij wijzer dan mijn vijanden,
want zij zijn voor eeuwig bij mij.
99 Ik ben verstandiger dan al mijn leraren,
want Uw getuigenissen zijn mij tot overdenking.
100 Ik heb meer inzicht dan de ouderen,
omdat ik Uw bevelen in acht genomen heb.
101 Ik heb mijn voeten weerhouden van alle slechte paden,
opdat ik mij aan Uw woord zal houden.
102 Ik ben niet afgeweken van Uw bepalingen,
want Ú hebt mij onderwezen.
103 Hoe zoet zijn Uw woorden voor mijn gehemelte,
zoeter dan honing voor mijn mond.
104 Door Uw bevelen krijg ik inzicht,
daarom haat ik elk leugenpad.