13 Bezie het werk van God,
want wie kan rechtmaken wat Hij krom gemaakt heeft?
14 Geniet op de dag van voorspoed
van het goede,
maar bedenk
op de dag van tegenspoed
dat God zowel de ene als de andere
gemaakt heeft,
zodat de mens niet kan doorgronden iets wat na hem zijn zal.
15 Dit alles heb ik gezien
in mijn vluchtige dagen:
er is een rechtvaardige die omkomt in zijn rechtvaardigheid,
en er is een goddeloze die bij al zijn slechtheid zijn dagen verlengt.
16 Wees niet al te rechtvaardig
en acht uzelf niet bovenmate wijs.
Waarom zou u uzelf verwoesten?
17 Wees niet al te goddeloos
en wees niet al te dwaas.
Waarom zou u sterven vóór uw tijd?
18 Het is goed dat u aan het ene vasthoudt
en daarbij uw hand niet van het andere aftrekt.
Immers wie God vreest, ontkomt aan dit alles.