36 Want zij kunnen niet meer sterven, omdat zij gelijk zijn aan engelen. En zij zijn kinderen van God, omdat zij kinderen van de opstanding zijn.
37 En dat de doden opgewekt zullen worden, heeft ook Mozes duidelijk te kennen gegeven bij de doornstruik, toen hij de Heere de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob noemde.
38 God nu is niet een God van de doden, maar van de levenden, want voor Hem leven zij allen.
39 En sommigen van de schriftgeleerden antwoordden en zeiden: Meester, dat hebt U goed gezegd.