DownloadPreken.nl is nog in ontwikkeling, fouten kunnen nog voorkomen. Wilt u ze doorgeven?

Ds. R. van Kooten - Genesis 29:1-14

Dr. R. (Reinier) van Kooten • Genesis 29:1-14


Genesis 29

Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)

1 Daarna begaf Jakob zich op weg  en ging hij naar het land van de mensen van het oosten.
2 Hij keek om zich heen en zie, er was een waterput in het veld, en zie, er lagen drie kudden kleinvee naast. Uit die put gaf men namelijk de kudden te drinken. Er lag een grote steen op de opening van de put.
3 Als al de kudden daar bij elkaar gedreven waren, rolde men de steen van de opening van de put en gaf men het kleinvee te drinken. Daarna legde men de steen weer op zijn plaats, op de opening van de put.
4 Toen vroeg Jakob hun: Mijn broeders, waar komt u vandaan? Daarop zeiden zij: Wij komen uit Haran.
5 Hij vroeg hun: Kent u Laban, de zoon van Nahor? Zij zeiden: Wij kennen hem.
6 Vervolgens vroeg hij hun: Gaat het goed met hem? Zij zeiden: Het gaat goed. En zie, daar komt zijn dochter Rachel aan met het kleinvee.
7 Hij zei: Zie, het is nog volop dag! Het is toch nog geen tijd om het vee bij elkaar te drijven? Geef het kleinvee te drinken en ga dan weer weg om ze te laten grazen.
8 Zij zeiden echter: Dat kunnen wij niet doen voordat al de kudden bij elkaar gedreven zijn en men de steen van de opening van de put gerold heeft. Pas dan kunnen wij het kleinvee te drinken geven.
9 Terwijl hij nog met hen sprak, kwam Rachel met het kleinvee van haar vader; zij was namelijk herderin.
10 En het gebeurde, toen Jakob Rachel, de dochter van Laban, de broer van zijn moeder, en het kleinvee van Laban, de broer van zijn moeder zag, dat Jakob naar voren liep, de steen van de opening van de put rolde en het kleinvee van Laban, de broer van zijn moeder, te drinken gaf.
11 Jakob kuste Rachel en begon luid te huilen. 
12 Jakob vertelde Rachel dat hij een neef van haar vader was en dat hij de zoon van Rebekka was. Toen liep zij snel weg en vertelde het aan haar vader.
13 En het gebeurde, zodra Laban het bericht over Jakob, de zoon van zijn zuster, hoorde, dat hij hem snel tegemoetliep, hem omhelsde, hem kuste en hem naar zijn huis bracht. En hij vertelde Laban al deze dingen.
14 Daarop zei Laban: Inderdaad, je bent mijn beenderen en mijn vlees. En hij bleef een volle maand bij hem.

Gerelateerde preken

Ds. R. van Kooten - Leerdienst

Heidelberger Catechismus
Dr. R. (Reinier) van Kooten • Leerdienst • Leerdienst • lees meer

Ds. R. van Kooten - Leerdienst

Heidelberger Catechismus
Dr. R. (Reinier) van Kooten • Leerdienst • Leerdienst • lees meer

Ds. R. van Kooten - Leerdienst

Heidelberger Catechismus
Dr. R. (Reinier) van Kooten • Leerdienst • Leerdienst • lees meer