21 En op een vastgestelde dag trok Herodes een koninklijk kleed aan en hield, op de rechterstoel gezeten, een toespraak tot hen.
22 En het volk riep uit: Een stem van God en niet van een mens!
23 En onmiddellijk sloeg een engel van de Heere hem, omdat hij God de eer niet gaf; en hij werd door de wormen gegeten en gaf de geest.