2 Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten,
bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht?
3 Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet,
en 's nachts, maar ik vind geen stilte.
4 Maar U bent heilig,
U troont op de lofzangen van Israël.