2 Daarna kwam het woord van de HEERE tot hem:
3 Ga weg vanhier, keer u naar het oosten en verberg u bij de beek Krith, die aan de overzijde van de Jordaan stroomt.
4 En het zal gebeuren dat u uit de beek zult drinken. Verder heb Ik de raven geboden om u daar te onderhouden.
5 Hij ging dan op weg en deed overeenkomstig het woord van de HEERE. Hij ging wonen bij de beek Krith, die aan de overzijde van de Jordaan stroomt.
6 En de raven brachten hem 's morgens brood en vlees en 's avonds brood en vlees, en hij dronk uit de beek.
7 En het gebeurde na verloop van vele dagen dat de beek uitdroogde, want er was geen regen in het land gevallen.