2 Koningen 19
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
2 Verder stuurde hij Eljakim, het hoofd van de hofhouding, Sebna, de schrijver, en de oudsten van de priesters, gehuld in rouwgewaden, naar Jesaja, de profeet, de zoon van Amoz.
5 Toen kwamen de dienaren van koning Hizkia bij Jesaja.
6 En Jesaja zei tegen hen: Dit moet u tegen uw heer zeggen: Zo zegt de HEERE: Wees niet bevreesd voor de woorden die u gehoord hebt, de woorden waarmee de knechten van de koning van Assyrië Mij gelasterd hebben.
20 Toen stuurde Jesaja, de zoon van Amoz, deze boodschap naar Hizkia: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Wat u tot Mij gebeden hebt met betrekking tot Sanherib, de koning van Assyrië, heb Ik gehoord.
2 Koningen 20
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
1 In die dagen werd Hizkia ziek, tot stervens toe. Toen kwam de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, bij hem en zei tegen hem: Zo zegt de HEERE: Regel de zaken van uw huis, want u zult sterven en niet leven.
4 Het gebeurde nu, toen Jesaja nog niet uit de middelste voorhof gegaan was, dat het woord van de HEERE tot hem kwam:
7 Daarna zei Jesaja: Neem een klomp vijgen. Zij namen die en legden die op de zweer; en hij werd genezen.
8 Hizkia nu had tegen Jesaja gezegd: Wat is het teken dat de HEERE mij gezond zal maken en dat ik op de derde dag naar het huis van de HEERE zal gaan?
9 Jesaja zei: Dit zal voor u een teken van de HEERE zijn dat de HEERE het woord dat Hij gesproken heeft, doen zal: Moet de schaduw tien treden verdergaan of tien treden teruggaan?
11 En Jesaja, de profeet, riep de HEERE aan, en Hij deed de schaduw tien treden teruggaan van de treden die zij op de treden van Achaz' zonnewijzer naar beneden was gegaan.
14 Toen kwam de profeet Jesaja bij koning Hizkia. Hij zei tegen hem: Wat hebben die mannen gezegd en waarvandaan zijn zij naar u toe gekomen? Hizkia zei: Zij zijn uit een ver land gekomen, uit Babel.
16 Toen zei Jesaja tegen Hizkia: Hoor het woord van de HEERE.
19 Hizkia zei tegen Jesaja: Het woord van de HEERE dat u gesproken hebt, is goed. Hij zei ook: Is het niet zo, dat er dan duurzame vrede in mijn dagen zal zijn?
1 Kronieken 3
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
21 De zonen van Hananja waren Pelatja en Jesaja. De zonen van Refaja, de zonen van Arnan, de zonen van Obadja, de zonen van Sechanja.
1 Kronieken 25
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
3 Wat betreft Jeduthun: de zonen van Jeduthun waren Gedalja, Zeri, Jesaja, Hasabja en Mattithja, zes. Zij stonden onder leiding van hun vader Jeduthun die bij het spel van de harp profeteerde onder het loven en prijzen van de HEERE.
15 Het achtste op Jesaja; zijn zonen en zijn broeders, twaalf.
1 Kronieken 26
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
25 Zijn broeders, die van Eliëzer afstamden, waren: zijn zoon Rehabja, zijn zoon Jesaja, zijn zoon Joram, zijn zoon Zichri en zijn zoon Selomith.
2 Kronieken 26
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
22 Het overige nu van de geschiedenis van Uzzia, van het begin tot het einde, heeft de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, beschreven.
2 Kronieken 32
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
20 Maar koning Hizkia en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, baden om die reden en riepen naar de hemel.
32 Het overige nu van de geschiedenis van Hizkia en zijn gunstbewijzen, zie, die zijn beschreven in het visioen van de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, en in het boek van de koningen van Juda en Israël.
Ezra 8
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
7 van de nakomelingen van Elam: Jesaja, de zoon van Athalja, en met hem zeventig mannen;
19 en Hasabja en met hem Jesaja, uit de nakomelingen van Merari, met zijn broers en hun zonen: twintig man;
Nehemiah 11
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
7 Dit zijn de nakomelingen van Benjamin: Sallu, de zoon van Mesullam, de zoon van Joëd, de zoon van Pedaja, de zoon van Kolaja, de zoon van Maäseja, de zoon van Ithiël, de zoon van Jesaja;
Jesaja 1
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
1 Het visioen van Jesaja, de zoon van Amoz, dat hij gezien heeft over Juda en Jeruzalem, in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, koningen van Juda.
Jesaja 2
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
1 Het woord dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem.
Jesaja 7
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
3 En de HEERE zei tegen Jesaja: Ga nu op weg, Achaz tegemoet, u en uw zoon Sjear-Jasjub, naar het einde van de waterloop van de bovenvijver, bij de weg naar het Blekersveld.
Jesaja 13
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
1 De last over Babel, die Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft.
Jesaja 20
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
2 in die tijd sprak de HEERE door de dienst van Jesaja, de zoon van Amoz: Ga, maak het rouwgewaad van om uw middel los en doe uw schoenen van uw voeten. En hij deed dat. Daar ging hij dan, naakt en barrevoets.
3 Toen zei de HEERE: Zoals Mijn dienaar Jesaja drie jaar naakt en barrevoets rondloopt, als teken en wonder voor Egypte en Cusj,
Jesaja 37
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
2 Verder stuurde hij Eljakim, het hoofd van de hofhouding, Sebna, de schrijver, en de oudsten van de priesters, gehuld in rouwgewaden, naar Jesaja, de profeet, de zoon van Amoz.
5 Toen kwamen de dienaren van koning Hizkia bij Jesaja.
6 En Jesaja zei tegen hen: Dit moet u tegen uw heer zeggen: Zo zegt de HEERE: Wees niet bevreesd voor de woorden die u gehoord hebt, de woorden waarmee de knechten van de koning van Assyrië Mij gelasterd hebben.
21 Toen stuurde Jesaja, de zoon van Amoz, deze boodschap naar Hizkia: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Wat u tot Mij gebeden hebt met betrekking tot Sanherib, de koning van Assyrië, heb Ik gehoord.
Jesaja 38
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
1 In die dagen werd Hizkia ziek, tot stervens toe. Toen kwam de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, bij hem en zei tegen hem: Zo zegt de HEERE: Regel de zaken van uw huis, want u zult sterven en niet leven.
4 Toen kwam het woord van de HEERE tot Jesaja:
21 Jesaja had namelijk gezegd: Laat men een klomp vijgen nemen en die als een pleister op de zweer leggen; dan zal hij genezen.
Jesaja 39
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
3 Toen kwam de profeet Jesaja bij koning Hizkia. Hij zei tegen hem: Wat hebben die mannen gezegd en waarvandaan zijn zij naar u toe gekomen? Hizkia zei: Zij zijn uit een ver land naar mij toe gekomen, uit Babel.
5 Toen zei Jesaja tegen Hizkia: Hoor het woord van de HEERE van de legermachten.
8 Hizkia zei tegen Jesaja: Het woord van de HEERE dat u gesproken hebt, is goed. Hij zei ook: Maar laat er in mijn dagen duurzame vrede zijn!
Mattheus 3
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
3 Want deze is het over wie gesproken werd door de profeet Jesaja toen hij zei: De stem van een die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.
Mattheus 4
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
14 opdat vervuld zou worden wat door de profeet Jesaja gesproken werd toen hij zei:
Mattheus 8
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
17 zodat vervuld werd wat gesproken was door de profeet Jesaja toen hij zei: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen, en onze ziekten gedragen.
Mattheus 12
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
17 opdat vervuld zou worden wat gesproken is door de profeet Jesaja toen hij zei:
Mattheus 13
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
14 En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld die zegt: Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen; en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken.
Mattheus 15
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
7 Huichelaars! Terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, toen hij zei:
Markus 7
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
6 Maar Hij antwoordde hun: Terecht heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan.
Lukas 3
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
4 zoals geschreven staat in het boek van de woorden van de profeet Jesaja: De stem van een die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.
Lukas 4
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
17 En aan Hem werd het boek van de profeet Jesaja gegeven, en toen Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats waar geschreven stond:
Johannes 1
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
23 Hij zei: Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere recht, zoals Jesaja, de profeet, gesproken heeft.
Johannes 12
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
38 opdat het woord van de profeet Jesaja vervuld werd dat hij gesproken heeft: Heere, wie heeft onze prediking geloofd en aan wie is de arm van de Heere geopenbaard?
39 Daarom konden zij niet geloven, omdat Jesaja verder gezegd heeft:
41 Dit zei Jesaja toen hij Zijn heerlijkheid zag en over Hem sprak.
Handelingen 8
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
28 keerde terug, en hij zat op zijn wagen en las de profeet Jesaja.
30 En Filippus snelde ernaartoe, hoorde hem de profeet Jesaja lezen en zei: Begrijpt u ook wat u leest?
Handelingen 28
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
25 En zij waren het niet met elkaar eens en zij gingen uiteen nadat Paulus dit ene woord gezegd had: Terecht heeft de Heilige Geest door Jesaja, de profeet, tegen onze vaderen gezegd:
Romeinen 9
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
27 En Jesaja roept over Israël uit: Al zou het getal van de Israëlieten zijn als het zand van de zee, slechts het overblijfsel zal behouden worden.
29 En zoals Jesaja van tevoren gezegd heeft: Als de Heere van de hemelse legermachten ons geen nageslacht had overgelaten, zouden wij als Sodom zijn geworden en aan Gomorra gelijkgemaakt zijn geweest.
Romeinen 10
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
16 Maar zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest. Jesaja zegt namelijk: Heere, wie heeft onze prediking geloofd?
20 En Jesaja durft het aan te zeggen: Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten, Ik heb Mij geopenbaard aan hen die naar Mij niet vroegen.
Romeinen 15
Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)
12 En verder zegt Jesaja: De wortel van Isaï zal er zijn en Hij Die opstaat om heerschappij te voeren over de heidenen, op Hem zullen de heidenen hopen.