1 Toen antwoordde Job de HEERE en zei:
2 Ik weet dat U alles vermag,
en geen plan is onmogelijk voor U.
3 Wie is hij, zegt U, die Mijn raad verbergt zonder kennis?
Zo heb ik verkondigd wat ik niet begreep,
dingen die te wonderlijk voor mij zijn en die ik niet weet.
4 Luister nu, en ík zal spreken!
Ik zal U ondervragen: maak het mij bekend!
5 Alleen door het luisteren met het oor had ik U gehoord,
maar nu heeft mijn oog U gezien.
6 Daarom veracht ik mijzelf en ik heb berouw,
op stof en as.