9 En hij bracht Hem naar Jeruzalem en zette Hem op het hoogste gedeelte van de tempel, en hij zei tegen Hem: Als U de Zoon van God bent, werp U dan vanhier naar beneden,
10 want er staat geschreven dat Hij Zijn engelen voor U bevel zal geven om U te bewaren,
11 en dat zij U op de handen dragen zullen, opdat U Uw voet niet misschien aan een steen stoot.
12 Maar Jezus antwoordde en zei tegen hem: Er is gezegd: U zult de Heere, uw God, niet verzoeken.