1 De HEERE regeert, Hij is met majesteit bekleed,
de HEERE is bekleed en heeft Zichzelf omgord met macht.
Ja, vast staat de wereld, hij zal niet wankelen;
2 vast staat Uw troon, van oudsher,
U bent van eeuwigheid.
3 De rivieren verheffen, HEERE,
de rivieren verheffen hun stem,
de rivieren verheffen hun gebruis.
4 De HEERE in de hoogte is machtiger
dan het bruisen van machtige wateren,
de machtige golven van de zee.
5 Uw getuigenissen zijn zeer betrouwbaar;
de heiligheid is een sieraad voor Uw huis, HEERE,
tot in lengte van dagen.