19 Toen haar meesters zagen dat hun hoop op inkomsten verdwenen was, grepen zij Paulus en Silas en sleurden hen mee naar de markt, voor de stadsbestuurders.
20 En nadat zij hen naar de magistraten gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen verstoren de orde in onze stad. Het zijn namelijk Joden,
21 en zij verkondigen gewoonten die wij niet mogen aannemen en ook niet mogen naleven, omdat wij Romeinen zijn.
22 En de menigte kwam als één man tegen hen in verzet. En de magistraten rukten hun de kleren af en gaven bevel hen met stokken te slaan.
23 En nadat zij hun veel slagen toegediend hadden, wierpen zij hen in de gevangenis en geboden de cipier hen zorgvuldig te bewaken.
24 En toen hij dat bevel gekregen had, wierp hij hen in de binnenste kerker en zette hij hun voeten vast in het blok.