25 O God, zij hebben Uw intocht gezien,
de intocht van mijn God, mijn Koning, in het heiligdom.
26 De zangers gingen voorop, de snarenspelers daarachter,
in het midden de trommelende meisjes.
27 Loof God in de samenkomsten,
loof de Heere, u die voortkomt uit de bron van Israël.
28 Daar is Benjamin, de kleine, die over hen heerste,
daar zijn de vorsten van Juda, hun gezelschap,
de vorsten van Zebulon, de vorsten van Naftali.