2 God staat op, Zijn vijanden worden overal verspreid;
wie Hem haten, vluchten voor Zijn aangezicht.
3 U verdrijft hen, zoals rook verdreven wordt;
zoals was smelt voor vuur
komen de goddelozen om voor Gods aangezicht.
4 Maar de rechtvaardigen verblijden zich,
zij springen op van vreugde voor Gods aangezicht
en zijn van blijdschap vrolijk.