40 Zij lachten Hem echter uit, maar Hij stuurde hen allen weg, nam de vader en de moeder van het kind en hen die bij Hem waren, mee en ging het vertrek binnen waar het kind lag.
41 En Hij pakte de hand van het kind en zei tegen haar: Talitha, koemi! Dat is vertaald: Meisje (Ik zeg je), sta op.
42 En meteen stond het meisje op en het liep, want het was twaalf jaar; en zij waren geheel buiten zichzelf.
43 En Hij gebood hun met klem dat niemand dit te weten zou komen; en Hij zei dat men haar te eten moest geven.