44 En het gebeurde bij de zevende maal dat hij zei: Zie, een kleine wolk, als de hand van een man, opkomend uit de zee. En hij zei: Ga tegen Achab zeggen: Span in, daal af en laat de regen u niet ophouden.
45 Het gebeurde ondertussen dat de hemel zwart werd van wolken en wind, en er kwam een hevige regen. Achab reed weg en ging naar Jizreël.
46 En de hand van de HEERE was op Elia, en hij omgordde zijn middel en snelde voor Achab uit tot waar men bij Jizreël komt.