10 want Demas heeft mij verlaten, omdat hij de tegenwoordige wereld heeft liefgekregen. Hij is naar Thessalonica vertrokken, Krescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië.
11 Alleen Lukas is bij mij. Haal Markus op en breng hem met u mee, want hij is voor mij van veel nut voor de ambtelijke bediening.