1 De ouderlingen onder u roep ik ertoe op, als medeouderling en getuige van het lijden van Christus en deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden:
2 Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit winstbejag, maar bereidwillig;
3 ook niet als mensen die heerschappij voeren over het erfdeel van de Heere, maar als mensen die voorbeelden voor de kudde geworden zijn.
4 En als de Opperherder verschijnt, dan zult u de onverwelkbare krans van de heerlijkheid verkrijgen.
5 Evenzo, jongeren, wees aan de ouderen onderdanig; en wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.