16 Bij mijn eerste verdediging was er niemand die mij bijstond, maar zij hebben mij allen verlaten. Moge het hun niet toegerekend worden.
17 Maar de Heere heeft mij bijgestaan en heeft mij kracht gegeven, opdat door mij de prediking volbracht zou worden en alle heidenen die zouden horen. En ik ben uit de muil van de leeuw verlost.