10 Mijn Liefste antwoordt en zegt tegen mij:
Sta op, Mijn vriendin,
Mijn allermooiste, en kom!
11 Want zie, de winter is voorbij.
De regentijd is over, helemaal voorbijgegaan.
12 De bloemen laten zich zien op het land,
de zangtijd is aangebroken,
het koeren van de tortelduif wordt in ons land gehoord.
13 De vijgenboom brengt zijn jonge vruchten voort,
de bloeiende wijnstokken geuren.
Sta op, Mijn vriendin,
en kom, Mijn allermooiste!
14 Mijn duif in de kloven van de rots,
in de schuilplaats van de bergwand,
laat Mij uw gedaante zien,
laat Mij uw stem horen.
Want uw stem is zoet
en uw gedaante is bekoorlijk.