26 Sla uw ogen op naar omhoog,
en zie Wie deze dingen geschapen heeft;
Hij is het Die hun leger voltallig tevoorschijn brengt,
ze alle bij name roept
door Zijn grote vermogen en Zijn sterke kracht;
er ontbreekt er niet één.
27 Waarom zegt u dan, Jakob,
en spreekt u, Israël:
Mijn weg is voor de HEERE verborgen
en mijn recht gaat aan mijn God voorbij?
28 Weet u het niet?
Hebt u het niet gehoord?
De eeuwige God, de HEERE,
de Schepper van de einden der aarde,
wordt niet moe en niet afgemat.
Er is geen doorgronding van Zijn inzicht.
29 Hij geeft de vermoeide kracht
en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.
30 Jongeren zullen moe en afgemat worden,
jonge mannen zullen zeker struikelen;
31 maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen,
zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden,
zij zullen snel lopen en niet afgemat worden,
zij zullen lopen en niet moe worden.