3 U hoort het gebed;
tot U zal alle vlees komen.
4 Ongerechtigheden hadden de overhand over mij,
maar onze overtredingen, die verzoent Ú.
5 Welzalig is hij die U verkiest en doet naderen,
die mag wonen in Uw voorhoven;
wij worden verzadigd met het goede van Uw huis,
met het heilige van Uw paleis.