4 Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten.
5 Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert.
6 Maar dit hebt u vóór, dat u de werken van de Nikolaïeten haat, die ook Ik haat.
7 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.