14 Sion zegt echter: De HEERE heeft mij verlaten,
de Heere heeft mij vergeten.
15 Kan een vrouw haar zuigeling vergeten,
zich niet ontfermen over het kind van haar schoot?
Zelfs al zouden die het vergeten,
Ík zal u niet vergeten.
16 Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd,
uw muren zijn steeds vóór Mij.