10 En Lot sloeg de ogen op en zag dat heel de Jordaanvlakte rijk aan water was; voordat de HEERE Sodom en Gomorra te gronde gericht had, was zij in de richting van Zoar als de hof van de HEERE, als het land Egypte.
11 Daarom koos Lot voor zichzelf heel de Jordaanvlakte en Lot trok naar het oosten; en zij werden van elkaar gescheiden.
12 Abram woonde in het land Kanaän; en Lot woonde in de steden in de vlakte en zette zijn tenten op tot bij Sodom.
13 De mannen van Sodom waren echter slecht en grote zondaars tegenover de HEERE.