1 Een onderwijzing van Asaf.
Mijn volk, neem mijn onderricht ter ore,
neig uw oor tot de woorden van mijn mond.
2 Ik wil mijn mond met spreuken opendoen
en van aloude verborgenheden doen overvloeien,
3 die wij gehoord hebben en weten
en onze vaders ons verteld hebben.
4 Wij zullen ze niet verbergen voor hun kinderen,
maar aan de volgende generatie
de loffelijke daden van de HEERE vertellen,
Zijn kracht en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft.
5 Want Hij heeft een getuigenis ingesteld in Jakob,
een wet vastgesteld in Israël;
die heeft Hij onze vaderen geboden
om ze hun kinderen bekend te maken,
6 opdat de volgende generatie ze zal kennen,
de kinderen die geboren zullen worden,
en zij opstaan en ze weer aan hun kinderen vertellen;
7 zodat zij hun hoop op God stellen
en Gods daden niet vergeten,
maar Zijn geboden in acht nemen,
8 en niet worden als hun vaderen:
een opstandige en ongehoorzame generatie,
een generatie die zijn hart niet richtte op God
en van wie de geest niet trouw was aan God.