DownloadPreken.nl is nog in ontwikkeling, fouten kunnen nog voorkomen. Wilt u ze doorgeven?

De God van Elisa verlost verlorenen

Ds. R.W. de Koeijer • 2 Koningen 5:1-19


2 Koningen 5

Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)

1 Naäman, de bevelhebber van het leger van de koning van Syrië, was een aanzienlijk man in de ogen van zijn heer en van hoog aanzien,  want door hem had de HEERE de Syriërs verlossing gegeven. Deze man was een strijdbare held, maar hij was melaats.
2 En er waren benden uit Syrië getrokken, die een klein meisje uit het land Israël als gevangene weggevoerd hadden. Zij was in dienst bij  de vrouw van Naäman.
3 Zij zei tegen haar meesteres: Och, was mijn heer maar bij de profeet die in Samaria is; dan zou die zijn melaatsheid bij hem wegnemen.
4 Toen ging Naäman zijn heer vertellen: Zo en zo heeft het meisje dat uit het land Israël komt, gesproken.
5 Daarop zei de koning van Syrië: Kom, ga op weg. Ik zal een brief aan de koning van Israël sturen. En hij ging heen en nam tien talent  zilver, zesduizend sikkel goud en tien stel gewaden met zich  mee.
6 En hij bracht de brief bij de koning van Israël, waarin stond: Nu dan, wanneer deze brief bij u aangekomen is, zie, heb ik mijn dienaar Naäman naar u toe gestuurd, opdat u zijn melaatsheid bij hem wegneemt.
7 En het gebeurde, toen de koning van Israël de brief gelezen had, dat hij zijn kleren scheurde en zei:  Ben ik dan God, om te doden en om levend te maken, dat deze man iemand naar mij toe stuurt om bij een man zijn melaatsheid weg te nemen? Want, voorwaar, besef toch en zie in dat hij een voorwendsel tegen mij zoekt.
8 Maar het gebeurde, toen Elisa, de man Gods, hoorde dat de koning van Israël zijn kleren gescheurd had, dat hij een boodschap naar de koning stuurde: Waarom hebt u uw kleren gescheurd? Laat hem toch naar mij toe komen. Dan zal hij weten dat er een profeet in Israël is.
9 Zo kwam Naäman met zijn paarden en met zijn wagen, en hij bleef voor de deur van het huis van Elisa staan.
10 Toen stuurde Elisa een bode naar hem toe om te zeggen: Ga heen en was u zevenmaal in de Jordaan; dan zal uw vlees weer gezond worden  en zult u rein zijn.
11 Maar Naäman werd erg kwaad en ging weg; hij zei: Zie, ik zei bij mijzelf: Hij zal vast en zeker naar buiten komen, voor mij gaan staan, de Naam van de HEERE, zijn God, aanroepen, zijn hand over de plaats strijken en de melaatsheid wegnemen.
12 Zijn niet de Abana en de Farpar, de rivieren van Damascus, beter dan alle wateren van Israël? Zou ik mij daar niet in kunnen wassen en rein worden? Zo keerde hij zich om en vertrok in woede.
13 Toen kwamen zijn dienaren naar voren, spraken tot hem en zeiden: Mijn vader, als die profeet u iets moeilijks opgedragen had,  zou u dat niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, nu hij tegen u gezegd heeft: Was u en u zult rein zijn!
14 Daarom daalde hij af en dompelde zich zevenmaal onder in de Jordaan, overeenkomstig het woord van de man Gods.  Zijn lichaam werd weer gezond, als het vlees van een kleine jongen, en hij werd rein.
15 Toen keerde hij terug naar de man Gods, hij en zijn hele gevolg. Hij kwam en ging voor hem staan en zei: Zie toch, nu weet ik dat er op de hele aarde geen God is dan in Israël. Nu dan, neem toch een geschenk  aan van uw dienaar.
16 Maar hij zei: Zo waar de HEERE leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, ik wil het niet aannemen! En hij drong bij hem aan om het aan te nemen, maar hij weigerde het.
17 Naäman zei daarop: Zo niet, laat dan toch aan uw dienaar een last aarde gegeven worden, zoveel als een span muildieren dragen kan, want uw dienaar zal geen brandoffer of slachtoffer meer brengen aan andere goden, dan alleen aan de HEERE.
18 In deze zaak moge de HEERE uw dienaar vergeven: Wanneer mijn heer het huis van Rimmon zal binnengaan om zich daar neer te buigen, en hij op mijn hand zal leunen, moet ik mij in het huis van Rimmon ook neerbuigen. Als ik mij zo zal neerbuigen in het huis van Rimmon, laat de HEERE uw dienaar in deze zaak dan toch vergeven.
19 Toen zei hij tegen hem: Ga in vrede.
Toen Naäman op enige afstand  van Elisa gekomen was,

Gerelateerde preken

De onschuldige Jezus wordt schuldig verklaard

Ds. R.W. de Koeijer • Mattheus 27:23 • lees meer