3 Mijn volk, wat heb Ik u aangedaan?
Waarmee heb Ik u vermoeid? Getuig tegen Mij!
4 Ik heb u immers uit het land Egypte geleid,
u verlost uit het slavenhuis.
Ik heb Mozes, Aäron en Mirjam
vóór u uit gezonden.
5 Mijn volk, denk toch aan wat Balak, de koning van Moab, beraamde,
en wat Bileam, de zoon van Beor, hem antwoordde,
aan wat er gebeurd is van Sittim tot Gilgal,
opdat u de gerechtigheid van de HEERE kent.