25 Toen Zijn discipelen dit hoorden, stonden zij versteld en zeiden: Wie kan dan zalig worden?
26 Maar Jezus keek hen aan en zei tegen hen: Bij de mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.
27 Toen antwoordde Petrus en zei tegen Hem: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd; wat zal dan ons deel zijn?
28 En Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen.