DownloadPreken.nl is nog in ontwikkeling, fouten kunnen nog voorkomen. Wilt u ze doorgeven?

De hel - 1

Ds. P. den Butter • Romeinen 2:1-16 • Leerdienst

Heidelberger Catechismus

Belijdenis: Heidelberger Catechismus
Zondag 22
58


Romeinen 2

Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)

1 Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt,  want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf. U immers die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen.
2 En wij weten dat het oordeel van God in overeenstemming met de waarheid is over hen die zulke dingen doen.
3 En u, o mens, die hen oordeelt die zulke dingen doen, en ze zelf ook doet, denkt u dat u aan het oordeel van God zult ontkomen?
4 Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en  geduld,  zonder te weten dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt?
5 Maar in overeenstemming met uw hardheid en uw onbekeerlijke hart  hoopt u voor uzelf toorn op tegen de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God,
6  Die ieder vergelden zal naar zijn werken,
7 namelijk hun die met volharding het goede doen en heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: het eeuwige leven.
8  Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden.
9 Verdrukking en benauwdheid zullen komen over de ziel van ieder mens die het kwade teweegbrengt, eerst over de Jood, en ook over de Griek,
10 maar heerlijkheid en eer en vrede over ieder die het goede werkt, eerst over de Jood, en ook over de Griek.
11  Want er is geen aanzien des persoons bij God.
12 Want zij die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan, en zij die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden.
13  Niet de hoorders van de wet zijn immers rechtvaardig voor God, maar de daders van de wet zullen gerechtvaardigd worden.
14 Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet.
15 Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van, en hun gedachten onderling beschuldigen of ook verontschuldigen elkaar.
16  Zo zal het gaan op de dag wanneer God de verborgen dingen van de mensen zal oordelen door Jezus Christus, overeenkomstig mijn Evangelie.

Gerelateerde preken

Sheba's Queen Sings the Praise of Israel's King

Ds. P. den Butter • 1 Koningen 10:8-9 • lees meer

Desiring Healthy Good

Ds. P. den Butter • 1 Petrus 2:1-3 • lees meer

An Instructive Post-Script

Ds. P. den Butter • 1 Petrus 5:12 • lees meer