10 Toen hij nu dit visioen gezien had, probeerden wij meteen naar Macedonië te reizen, omdat wij eruit opmaakten dat de Heere ons geroepen had aan hen het Evangelie te verkondigen.
11 Wij voeren dan van Troas weg en koersten recht op Samothrace aan en de volgende dag op Neapolis.
12 En vandaar gingen wij naar Filippi, de eerste stad van dit deel van Macedonië, een kolonie. En wij verbleven een aantal dagen in die stad.