DownloadPreken.nl is nog in ontwikkeling, fouten kunnen nog voorkomen. Wilt u ze doorgeven?

Abimelech

Ds. P. den Butter • Richteren 9:1-21


Richteren 9

Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)

1 En Abimelech, de zoon van Jerubbaäl, ging naar Sichem, naar de broers van zijn moeder, en hij sprak tot hen en tot heel het geslacht van de familie van zijn moeder:
2 Spreek toch ten aanhoren van alle burgers van Sichem: Wat is beter voor u? Dat zeventig mannen, allemaal zonen van Jerubbaäl, over u heersen, of dat één man over u heerst? Bedenk daarbij dat ik uw beenderen en uw vlees ben.
3 Toen spraken de broers van zijn moeder ten aanhoren van alle burgers van Sichem al deze woorden over hem. En hun hart neigde zich naar Abimelech, want zij zeiden: Hij is onze broeder.
4 Zij gaven hem zeventig zilverstukken uit het huis van Baäl-Berith, en daarmee huurde Abimelech lichtzinnige leeglopers in, die hem volgden.
5 Toen kwam hij in het huis van zijn vader in Ofra en doodde zijn broers, de zonen van Jerubbaäl, op één en dezelfde steen: zeventig mannen. Maar Jotham, de jongste zoon van Jerubbaäl, bleef over, omdat hij zich had verborgen.
6 Daarop verzamelden zich alle burgers van Sichem en heel Beth-Millo. Zij gingen op weg en maakten Abimelech koning  bij de hoge eik die bij Sichem staat.
7 Toen zij dit Jotham verteld hadden, ging hij op de top van de berg Gerizim staan, en hij verhief zijn stem en riep en zei tegen hen: Luister naar mij, burgers van Sichem! Dan zal God naar u luisteren.
8 Eens gingen de bomen op weg om een koning over zich te zalven. Ze zeiden tegen de olijfboom: Wees koning over ons!
9 Maar de olijfboom zei tegen hen: Zou ik mijn olie opgeven, die God en de mensen in mij prijzen, en zou ik weggaan om boven de andere bomen te zweven?
10 Toen zeiden de bomen tegen de vijgenboom: Komt u, wees koning over ons!
11 Maar de vijgenboom zei tegen hen: Zou ik mijn zoetigheid en mijn goede vrucht opgeven, en zou ik weggaan om boven de andere bomen te zweven?
12 Toen zeiden de bomen tegen de wijnstok: Komt u, wees koning over ons!
13 Maar de wijnstok zei tegen hen: Zou ik mijn nieuwe wijn opgeven, die God en mensen vrolijk maakt, en zou ik weggaan om boven de andere bomen te zweven?
14 Ten slotte zeiden al de bomen tegen de doornstruik: Kom, weest u koning over ons!
15 En de doornstruik zei tegen de bomen: Als u mij naar waarheid tot koning over u zalft, kom dan en neem de toevlucht in mijn schaduw. Maar zo niet, laat er dan vuur uitgaan van de doornstruik, dat de ceders van de Libanon zal verteren.
16 Welnu, als u naar waarheid en in oprechtheid gehandeld hebt, toen u Abimelech koning maakte, en als u goed gehandeld hebt met Jerubbaäl en zijn huis, en als u met hem hebt gedaan overeenkomstig de verdienste van zijn handen
17 – mijn vader heeft immers voor u gestreden, zijn leven gewaagd  en u uit de hand van Midian gered;
18 maar ú bent deze dag in opstand gekomen tegen het huis van mijn vader en hebt zijn zonen, zeventig mannen, op één en dezelfde steen gedood, en u hebt Abimelech, de zoon van zijn slavin, koning gemaakt over de burgers van Sichem, omdat hij uw broer is –
19 als u dan op deze dag naar waarheid en in oprechtheid gehandeld hebt met Jerubbaäl en zijn huis, verblijd u dan over Abimelech, en laat ook hij zich verblijden over u.
20 Maar zo niet, laat er dan vuur uitgaan uit Abimelech, dat de burgers van Sichem en Beth-Millo verteert, en laat er vuur uitgaan van de burgers van Sichem en Beth-Millo dat Abimelech verteert.
21 Toen ging Jotham haastig op de vlucht. Hij ging naar Beër en woonde daar vanwege zijn broer Abimelech.

Gerelateerde preken

Sheba's Queen Sings the Praise of Israel's King

Ds. P. den Butter • 1 Koningen 10:8-9 • lees meer

Desiring Healthy Good

Ds. P. den Butter • 1 Petrus 2:1-3 • lees meer

An Instructive Post-Script

Ds. P. den Butter • 1 Petrus 5:12 • lees meer