17 Toen Jezus dan gekomen was, bleek dat hij al vier dagen in het graf lag.
18 (Bethanië nu lag dicht bij Jeruzalem, ongeveer vijftien stadiën daarvandaan.)
19 En velen van de Joden waren naar Martha en Maria gekomen om hen te troosten over hun broer.
20 Zodra Martha dan hoorde dat Jezus kwam, ging zij Hem tegemoet, maar Maria bleef in huis zitten.
21 Martha nu zei tegen Jezus: Heere, als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn,
22 maar ook nu weet ik dat God U alles wat U van God vraagt, geven zal.