4 – in elk gebed van mij voor u allen bid ik altijd met blijdschap –
5 vanwege uw gemeenschap aan het Evangelie, van de eerste dag af tot nu toe.
6 Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.
7 Het is immers voor mij terecht dat ik dit van u allen denk, omdat ik u allen in mijn hart heb als deelgenoten van mijn genade, zowel in mijn gevangenschap als in de verdediging en bevestiging van het Evangelie.