27 En het gebeurde, toen David in Mahanaïm aangekomen was, dat Sobi, de zoon van Nahas, uit Rabba van de Ammonieten, en Machir, de zoon van Ammiël, uit Lodebar, en Barzillai uit Gilead, en wel uit Rogelim,
28 bedden, schalen, aardewerk, tarwe, gerst, meel, geroosterd koren, bonen, linzen – ook geroosterd –
29 honing, boter, kleinvee en kazen van koeienmelk bij David brachten, en bij het volk dat bij hem was, om te eten. Want zij zeiden: Dit volk is hongerig, moe en dorstig in de woestijn.