9 Maar God zei tegen Jona: Bent u terecht in woede ontstoken over die wonderboom? Hij zei: Terecht ben ik in woede ontstoken, tot de dood toe.
10 Daarop zei de HEERE: Ú ontziet die wonderboom, waarvoor u niet gezwoegd hebt en die u niet hebt laten groeien, die in één nacht ontstond en in één nacht verging.
11 Zou Ík dan die grote stad Ninevé niet ontzien, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn die het verschil tussen hun rechter- en hun linkerhand niet weten, en daarbij veel vee?