31 Opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op de sabbat, omdat het de voorbereiding was (want de dag van die sabbat was een grote dag), vroegen de Joden dan aan Pilatus of hun benen gebroken en zij weggenomen mochten worden.
32 De soldaten dan kwamen en braken wel de benen van de eerste en van de ander die met Hem gekruisigd was,
33 maar toen zij bij Jezus kwamen en zagen dat Hij al gestorven was, braken zij Zijn benen niet.
34 Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen kwam er bloed en water uit.
35 En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft.
36 Want deze dingen zijn geschied, opdat het Schriftwoord vervuld wordt: Geen been van Hem zal gebroken worden.
37 En verder zegt een ander Schriftwoord: Zij zullen zien op Hem Die zij doorstoken hebben.