DownloadPreken.nl is nog in ontwikkeling, fouten kunnen nog voorkomen. Wilt u ze doorgeven?

Ds. M. Pronk - Ezra 9:6-16

Ds. M. Pronk • Ezra 9:6-16


Ezra 9

Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)

6 En ik zei: Mijn God, ik ben te zeer beschaamd en te schande geworden om mijn gezicht tot U op te heffen, mijn God, want onze ongerechtigheden zijn  talrijk geworden, tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan de hemel.
7 Vanaf de dagen van onze vaderen zijn wij in grote schuld tot op deze dag, en door onze ongerechtigheden zijn wij overgegeven, wij, onze koningen en onze priesters, in de hand van de koningen van de landen rondom, aan het zwaard, aan gevangenschap en aan plundering en openlijke schande,  zoals op deze dag.
8 En nu was er voor een klein ogenblik genade van de HEERE, onze God, om ons gelegenheid tot ontkoming te laten en om ons vastheid  te geven in Zijn heilige plaats, om onze ogen te verlichten, onze God, en ons enige opleving te geven in onze slavernij.
9 Want wij zijn wel slaven, maar in onze slavernij heeft onze God ons niet verlaten, maar heeft Hij ons goedertierenheid bewezen bij de koningen van Perzië, door ons enige opleving te geven om het huis van onze God te doen herrijzen en om de ruïnes ervan te herstellen, door ons een omheining te geven in Juda en in Jeruzalem.
10 En nu, wat zullen wij hierop zeggen, onze God? Wij hebben immers Uw geboden verlaten,
11 die U had gegeven door de dienst van Uw dienaren, de profeten, door te zeggen:  Het land dat u binnengaat om het in bezit te nemen, is een onrein land, door de onreinheid van de volken van de landen rondom, door hun gruwelen, waarmee zij het hebben gevuld van het ene einde tot het andere einde, met hun onreinheid.
12 Welnu, u mag uw dochters niet aan hun zonen geven, en hun dochters mag u niet ten huwelijk nemen voor uw zonen; u mag tot in eeuwigheid niet naar hun welstand streven, of naar het goede voor hen, opdat u sterk zult zijn en het beste van het land zult eten, en het uw kinderen in bezit zult geven tot in eeuwigheid.
13 Na alles wat door onze slechte daden en door onze grote schuld over ons gekomen is – terwijl, U, onze God, verhinderd hebt dat wij ten onder zouden gaan vanwege onze ongerechtigheden, en U ons gelegenheid tot ontkoming gegeven hebt zoals deze –
14 zullen wij dan terugkeren om Uw geboden te breken en om huwelijksbanden aan te gaan met de volken die deze gruwelen doen? Zou U dan niet tot vernietigens toe op ons toornen, zodat er geen overblijfsel of ontkoming meer zou zijn?
15 HEERE, God van Israël, U bent rechtvaardig, want er is ons gelegenheid tot ontkoming gelaten, zoals op deze dag. Zie ons voor Uw aangezicht in onze schuld, want er is niemand die hierom voor Uw aangezicht staande kan blijven.

Gerelateerde preken

Christus en Zijn bruid

Ds. M. Pronk • Hooglied 1:2-4 • lees meer

Ds. M. Pronk - Nehemia 11

Ds. M. Pronk • Nehemiah 11 • lees meer

De adventsbelofte van de komende Koning

Ds. M. Pronk • Zacharia 9 • lees meer