1 Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden,
2 waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid,
3 onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen.
4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft,
5 ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden –
6 en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus,