DownloadPreken.nl is nog in ontwikkeling, fouten kunnen nog voorkomen. Wilt u ze doorgeven?

Ds. J.C. de Groot - Johannes 19:17-37

Ds. J.C. de Groot • Johannes 19:17-37


Johannes 19

Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)

17  En terwijl Hij Zijn kruis droeg, ging Hij op weg naar de plaats die Schedelplaats genoemd wordt en in het Hebreeuws Golgotha.
18 Daar kruisigden zij Hem en met Hem twee anderen, aan elke kant één, en Jezus in het midden.
19  En Pilatus schreef ook een opschrift en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS DE NAZARENER, DE KONING VAN DE JODEN.
20 Dit opschrift dan lazen velen van de Joden, want de plaats waar Jezus gekruisigd werd, was dicht bij de stad; en het was geschreven in het Hebreeuws, in het Grieks en in het Latijn.
21 De overpriesters van de Joden dan zeiden tegen Pilatus: Schrijf niet: De Koning van de Joden, maar dat Hij gezegd heeft: Ik ben de Koning van de Joden.
22 Pilatus antwoordde: Wat ik geschreven heb, heb ik geschreven.
23  Nadat de soldaten dan Jezus gekruisigd hadden, namen zij Zijn kleren en maakten vier delen, voor elke soldaat een deel, en zij namen ook het onderkleed. Het onderkleed nu was zonder naad, van bovenaf als één geheel geweven.
24 Zij dan zeiden tegen elkaar: Laten wij dat niet scheuren, maar laten wij erom loten voor wie het zal zijn. Opdat het Schriftwoord vervuld zou worden dat zegt:  Zij hebben Mijn kleren onder elkaar verdeeld en over Mijn kleed hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de soldaten gedaan.
25  En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder, de zuster van Zijn moeder, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena.
26 Toen nu Jezus Zijn moeder zag en de discipel die Hij liefhad, bij haar zag staan, zei Hij tegen Zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon.
27 Daarna zei Hij tegen de discipel: Zie, uw moeder. En vanaf dat moment nam de discipel haar in zijn huis.
28 Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was,  opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst!
29  Er stond dan een kruik vol zure wijn en ze vulden een spons met zure wijn, staken die op een hysopstengel en brachten die aan Zijn mond.
30 Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij:  Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.
31 Opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op de sabbat, omdat het de voorbereiding was (want de dag van die sabbat was een grote dag), vroegen de Joden dan aan Pilatus of hun benen gebroken en zij weggenomen mochten worden.
32 De soldaten dan kwamen en braken wel de benen van de eerste en van de ander die met Hem gekruisigd was,
33 maar toen zij bij Jezus kwamen en zagen dat Hij al gestorven was, braken zij Zijn benen niet.
34 Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen  kwam er bloed en water uit.
35 En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft.
36 Want deze dingen zijn geschied,  opdat het Schriftwoord vervuld wordt: Geen been van Hem zal gebroken worden.
37 En verder zegt een ander Schriftwoord:  Zij zullen zien op Hem Die zij doorstoken hebben.

Gerelateerde preken

David laatste woord

Ds. J.C. de Groot • 2 Samuel 23 • lees meer

Ds. J.C. de Groot - 1 Kronieken 4:9-10

Ds. J.C. de Groot • 1 Kronieken 4:9-10 • lees meer

Paulus verdedigt zijn apostelschap in de 2e Korinthe-brief

Ds. J.C. de Groot • 2 Korinthe 2 • lees meer