DownloadPreken.nl is nog in ontwikkeling, fouten kunnen nog voorkomen. Wilt u ze doorgeven?

Geef ons heden ons dagelijks brood (HC 50)

Ds. J. (Hans) van Vulpen • Exodus 16:14-36


Exodus 16

Herziene Statenvertaling (Uitgeverij Jongbloed)

14  Toen de laag dauw opgetrokken was, zie, over de woestijn lag iets fijns, iets vlokkigs, fijn als de rijp op de aarde.
15 Toen de Israëlieten dat zagen, zeiden zij tegen elkaar:  Wat is dat? Want zij wisten niet wat het was. Mozes zei tegen hen: Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft.
16 Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft: Ieder moet ervan verzamelen naar wat hij eten kan, een gomer  per hoofd, naar het aantal van uw personen. Ieder moet het nemen voor hen die in zijn tent zijn.
17 En zo deden de Israëlieten, zij verzamelden, de een veel en de ander weinig.
18 Zij maten het met de gomer.  Wie veel had verzameld, had niets over, en hem die weinig had verzameld, ontbrak niets. Ieder had zóveel verzameld als hij eten kon.
19 En Mozes zei tegen hen: Niemand mag ervan overlaten tot de volgende morgen.
20 Maar zij luisterden niet naar Mozes en sommige mannen lieten ervan over tot de volgende morgen. Toen zat het vol wormen en stonk het. Daarom was Mozes erg kwaad op hen.
21 Zo verzamelden zij het elke morgen, ieder naar wat hij eten kon, want zodra de zon heet werd, smolt het weg.
22 Op de zesde dag gebeurde het dat zij een dubbele hoeveelheid brood verzamelden, twee gomers voor één persoon. Al de leiders van de gemeenschap kwamen dat aan Mozes vertellen.
23 Hij zei toen tegen hen: Dat is het wat de HEERE gesproken heeft. Morgen is het de rustdag, de heilige sabbat voor de HEERE! Wat u bakken wilt, bak het, en kook wat u koken wilt, en laat alles wat er overblijft voor uzelf liggen om het tot de volgende morgen te bewaren.
24 Zij lieten het staan tot de volgende morgen, zoals Mozes geboden had, en nu stonk het niet en waren er geen maden in.
25 Toen zei Mozes: Eet dit vandaag, want vandaag is het de sabbat voor de HEERE. U zult het vandaag buiten niet vinden.
26 Zes dagen moet u het verzamelen, maar op de zevende dag is het sabbat. Dan zal het er niet zijn.
27 Het gebeurde echter op de zevende dag dat sommigen van het volk eropuit gingen om brood te verzamelen, maar zij vonden niets.
28 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Hoelang weigert u nog Mijn geboden en Mijn wetten in acht te nemen?
29 Zie, omdat de HEERE u de sabbat gegeven heeft, daarom geeft Hij u op de zesde dag brood voor twee dagen. Ieder moet op zijn plaats blijven! Niemand mag er op de zevende dag vanuit zijn verblijfplaats opuit gaan!
30 Zo rustte het volk op de zevende dag.
31  Het huis van Israël gaf het de naam manna. Het was wit als korianderzaad, en de smaak ervan was als van een honingkoek.
32 Verder zei Mozes: Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft. Vul een gomer ervan om het te bewaren, al hun generaties door, zodat zij het brood zien dat Ik u in deze woestijn te eten heb gegeven, toen Ik u uit het land Egypte leidde.
33 Ook zei Mozes tegen Aäron:  Neem een kruik en doe daar een volle gomer manna in, en zet die voor het aangezicht van de HEERE om het te bewaren, al hun generaties door.
34 Zoals de HEERE Mozes geboden had, zette Aäron het vóór de getuigenis om te bewaren.
35 De Israëlieten aten veertig jaar lang het manna,  totdat zij in bewoond gebied kwamen. Zij aten manna, totdat zij aan de grens van het land Kanaän kwamen.
36 Een gomer is een tiende van een efa. 

Gerelateerde preken

Orde en tucht in Christus' kerk (NGB 32)

Ds. J. (Hans) van Vulpen • Handelingen 15:22-31 • lees meer

Ambten in de kerk van Christus (NGB 30 & 31)

Ds. J. (Hans) van Vulpen • 1 Timotheus 3 • lees meer

Stromen van Zegen

Ds. J. (Hans) van Vulpen • Ezechiel vers 1-12 • lees meer