20 Hij verliet de runderen, snelde achter Elia aan en zei: Laat mij toch mijn vader en moeder kussen, daarna zal ik u volgen. En hij zei tegen hem: Ga, keer terug, want wat heb ik u gedaan?
21 Zo keerde hij van achter hem terug, nam een span runderen, slachtte ze en kookte hun vlees op het hout van het juk van de runderen. Hij gaf dat aan het volk en zij aten. Daarna stond hij op, volgde Elia en diende hem.